De aanpak van alternaria is een belangrijk onderdeel van de zetmeelaardappelteelt van Hans Mencke. Dit jaar gebruikte hij een nieuw fungicide van BASF. “Het helpt mij aan een hoger zetmeelgehalte en dus een hogere uitbetalingsprijs.”
Op het akkerbouwbedrijf van Hans Mencke in Valthermond (Dr.) is het eind september nog relatief rustig. Er zijn al wat voormalers gerooid en Mencke heeft net een stuk aardappelen geklapt die moeten afharden voor de bewaring. Maar het merendeel van de 120 hectare zetmeelaardappelen groeit nog rustig door. Hans Mencke is de vijfde generatie op de Veenkoloniale boerderij die in 1898 werd ontgonnen. “Ons eigen bedrijf is zo’n 100 hectare”, vertelt Mencke, “Maar ik doe er ook nog de bedrijven van twee collega’s bij. In totaal heb ik zo’n 260 hectare in beheer.”
Mencke is een jonge en gemotiveerde akkerbouwer maar net als veel collega’s gaat de regeldruk in de Nederlandse landbouw hem steeds meer tegenstaan. “Ik heb er veel plezier in om boer te zijn maar de regelgeving wordt al maar erger”, verwoordt hij zijn frustratie. “Er gaat veel te veel tijd in zitten en het gaat maar door. Ik heb niks tegen verandering maar we krijgen veel te weinig tijd om ons aan te passen. Dat geldt ook voor het middelenbeleid. Er verdwijnen nu middelen voordat er geschikte vervangers zijn. Nieuwe middelen zoals de Belanty van BASF zijn daarom meer dan welkom.”
Gesloten spuitschema
Net als in veel andere regio’s heeft de phytophthora in de Veenkoloniën in seizoen 2023 flink om zich heen geslagen, maar Mencke heeft de aardappelziekte onder controle weten te houden. “Een kwestie van een goed fungicidenschema en je daar ook aan houden”, stelt hij. “De middelkeuze was dit jaar heel belangrijk. Ik ben gelukkig op tijd omgeschakeld. Ik hou wel m’n hart vast voor volgend jaar met al die oösporen. De puzzel met de beschikbare middelen wordt steeds lastiger ”
Spuitschema belangrijk
Ook bij de aanpak van die andere aardappelschimmel, alternaria, is het spuitschema van groot belang. “Als je op tijd begint, het schema gesloten houdt en de beschikbare middelen afwisselt kun je alternaria goed de baas”, weet onderzoeker Rolf Scholtens van BASF die is aangeschoven bij het interview. Scholtens kent de alternaria door en door. “Het is een zwakteparasiet die meestal onderin het gewas begint en daardoor vaak niet tijdig wordt ontdekt. Als het aardappelgewas op z’n retour is, treedt de alternaria op de voorgrond.”
Nieuw fungicide
Voor de aanpak van de alternaria heeft Mencke dit jaar voor het eerst het nieuwe middel Belanty gebruikt. Scholtens onderzoekt dit nieuwe fungicide al sinds 2017 op proefvelden in Menckes zetmeelpercelen. “Zetmeelaardappelen telen is topsport”, stelt Scholtens. “Vroeg afsterven betekent minder kilo’s en minder kwaliteit. We zagen vorig jaar dat het object met de Belanty een flink hoger OWG had en dat leidde tot een substantieel hogere uitbetalingsprijs.” Mencke wisselde, zoals BASF zelf ook adviseert, de Belanty af met twee andere fungiciden. Hij gebruikte het middel op al zijn late percelen; bij hem is dat 80% van het areaal. Volgens Scholtens heeft Mencke met zijn aanpak de alternaria prima onder controle. “En dat moet ook”, besluit de akkerbouwer. “Want anders mis ik de plus van het hogere zetmeelgehalte.”