Met een toelating voor vuurbestrijding in alle bolgewassen is Shoban een welkome aanwinst voor de hele bloembollensector. Dankzij twee actieve stoffen heeft het fungicide ingebouwd resistentiemanagement. “En in tulp mag het drie keer gespoten worden, dat is ook bijzonder.”
“De toelating van Shoban is voor de bloembollenteler goed nieuws”, stelt Kurt van der Plas van BASF aan het begin van het interview. “In een tijd waarin veel middelen verdwijnen is dit nieuwe vuurmiddel een welkome aanvulling op het middelenpakket.” Van der Plas deed de afgelopen jaren uitgebreid onderzoek naar het nieuwe fungicide. En dat is op zichzelf al belangrijke informatie. “Het gaat hier om een reguliere toelating”, vertelt hij. “Dus geen KUG-toelating waarbij weinig kennis over het product is opgedaan.”
Sterk op vuurstelen
De Shoban dankt zijn goede werking op botrytis aan twee actieve stoffen. De pyrimethanil voorkomt het uitgroeien van schimmelsporen en verspreidt zich opwaarts-systemisch door de plant. “Daardoor beschermt het effectief tegen vuurstelen”, stelt Van der Plas. De tweede actieve stof fludioxonil is een bedekkingsfungicide dat kieming van schimmelsporen tegengaat. “Wij adviseren om Shoban in tulp in te zetten in de kopperiode, grofweg vanaf het zichtbaar worden van de eerste knop totdat de tulpen gekopt zijn. Direct na het koppen is immers de kans op vuurstelen het grootst. Vanaf het zichtbaar worden van de eerste knop is ook de bedekking van de bodem voldoende hoog, zoals het etiket voorschrijft. En omdat je de Shoban in tulp drie keer mag spuiten, dek je er de hele kopperiode mee af. Dat is gunstig want er zijn voor die periode weinig alternatieven.” Ook in lelie, waar de Shoban twee bespuitingen heeft, komen de sterke eigenschappen van het middel het best tot hun recht rond de bloeiperiode.
Gunstige eigenschappen
Met twee actieve stoffen is Shoban ook uit resistentie oogpunt een veilige keuze. Van der Plas: “Het heeft geen partnermiddel nodig zoals veel andere specifieke middelen. Shoban heeft ingebouwd resistentie management. Daar komt nog bij dat de pyrimethanil een stof is uit een groep die in de bloembollensector nog niet wordt gebruikt. Daardoor is Shoban eenvoudig te positioneren in een spuitschema.” Ook andere eigenschappen versterken volgens Van der Plas de inzetbaarheid van het nieuwe fungicide. “Shoban is azolenvrij en geeft dus geen beperkingen bij de verwerking van afval. Ook heeft het middel een gunstig milieuprofiel. En vanaf 40% grondbedekking mag het in alle bolgewassen gepositioneerd worden”
Van der Plas is er van overtuigd dat Shoban voor de komende jaren een kansrijk product is. “Met z’n bloembollenbrede toelating is de Shoban voor veel telers een heel flexibel fungicide. Je hoeft niet voor elk bolgewas een ander middel in de kast te hebben. Helaas raken we de fludioxonil over drie jaar al weer kwijt. Maar onze pijplijn bij BASF biedt hoop voor de toekomst; er wordt al weer gewerkt aan een opvolger.”
