“Perenschurft, vanaf nu moet je scherp zijn!”

Veel perentelers en gewasbeschermingsadviseurs bereiden zich voor op een vroeg en heftig schurftseizoen. Aryan van Toorn van de CAF analyseert de oorzaken en heeft tips voor de aanpak. “Vroeg beginnen met sterke middelen is cruciaal.”

“We kregen afgelopen najaar meer meldingen over schurft in peer dan andere jaren”, steekt Aryan van Toorn van wal. “Meestal zijn het er een paar maar nu gaat het om tientallen telers. De voortekenen zijn dus verontrustend.” Een belangrijke bron voor schurftinfecties ligt volgens van Toorn bij de takschurft die dit jaar in meer perenboomgaarden wordt waargenomen en die zijn oorsprong vindt in het natte groeiseizoen met zware infecties in 2021. De fruitteeltadviseur denkt dat er meerdere oorzaken zijn voor die relatief explosieve toename. “Het kan al sluimerend aanwezig zijn geweest in de droge zomers van 2018 tot en met 2020. En in een schimmeljaar als 2021 heeft het zich razendsnel vermeerderd.”

Kennis over schurftcyclus

Ascosporen en conidiën (uit takschurft) zijn niet de enige factoren, stelt Van Toorn. “De gewijzigde teelttechniek speelt ook een rol. We zijn bij peer de afgelopen jaren gegaan van matige groei met gemiddelde vruchtgrootte naar felle groei met grotere vruchten. Daardoor is er ook meer jong hout dat langer vatbaarder is voor takschurft. Ook de spuittechniek speelt mee. De boomhoogte is, mede door de sterke groei, niet altijd meer in overeenstemming met de spuithoogte. En dan kun je wel denken: ‘Daar hangen geen peren en die scheuten worden er toch weer afgeknipt’, maar het blijkt nu gewoon een bron voor infectie.”

Van Toorn vraagt ook aandacht voor actuele inzichten over schurft in peer. “Bij veel telers leeft het misverstand dat Conference nauwelijks gevoelig is voor schurft, vergeleken met appel. Verder zijn de eerste ascosporeninfecties aan het begin van het seizoen bij peer veel zwaarder dan bij appel. Er worden veel meer ascosporen uitgestoten, dus is er ook meer kans op infectie terwijl er nog maar weinig groene delen zijn. Verder valt aangetast blad, dat een bron is van nieuwe besmettingen, bij peer op de grond en ontglipt dan aan de aandacht. Hier bovenop speelt bij peer dus ook de takschurft een rol. Een dauwnacht is al genoeg voor verspreiding en infectie van conidiën. Deze takschurftvlekken zullen 3 jaar lang conidiën blijven uitstoten waarbij iedere misser in de aanpak wordt afgestraft.”

Sterke middelen

De aanpak van de schurft in peer kent volgens Van Toorn nog diverse fundamentele vragen maar hoeft in de praktijk niet bijster ingewikkeld te zijn. “We hebben sterke schurftmiddelen genoeg. Maar het gaat nu om de mindset en timing van de inzet. Vaak houden telers die sterke middelen vast voor later in het seizoen. Maar dit jaar moet je niet naar de kalender kijken maar naar je boomgaard. Je zult de sterke middelen vaak juist vroeg moeten inzetten. Maart en april zijn cruciale maanden voor de ontwikkeling en de bestrijding van schurft in peer. Vroege besmetting door de sporen van de takschurft hou je alleen tegen met een gesloten schema. Handel bewust en overweeg serieus een curatieve bespuiting bij zware ascosporeninfecties. Hou de simulatiemodellen goed in de gaten en raadpleeg zo nodig je voorlichter. En onthoud: de eerste klap is een daalder waard.”