Kees en Marinus Hospers koesteren de peenteelt op hun akkerbouwbedrijf in Marknesse. De vruchtbare zavelgrond brengt ze mooie opbrengsten en de teelt hebben ze goed in de vingers. Ze zien gunstige perspectieven voor de peenteelt in Flevoland. Ook is hun bedrijf al jaren de locatie voor peenproeven van BASF.
Aan de Sloefweg in Marknesse (NOP) exploiteren Kees en Marinus Hospers een gangbaar én een biologisch akkerbouwbedrijf. Op het gangbare bedrijf verbouwen ze pootaardappelen, consumptieaardappelen, zaaiuien, suikerbieten, peen, gras en mais. Dat doen ze in een gezamenlijk bouwplan met een veehouder. De aardappelen worden 1 op 3 geteeld, de uien en suikerbieten 1 op 6 en de peen 1 op 12. Op hun biologische bedrijf telen ze aardappelen en diverse groenten. In het interview spraken we de akkerbouwers met name over hun gangbare peenteelt.
Onder de bouwvoor van 20 - 25% afslibbaar bevindt zich een zogenaamd sloeflaagje met een hele fijne kleifractie. “Daardoor heeft de ondergrond iets meer het karakter van een zwaardere klei”, weet Kees Hospers. Over hun teeltlaag zul je de akkerbouwers overigens niet horen klagen. “Deze grond leent zich goed voor de teelt van bewaarpeen. De peen groeit hier altijd mooi gelijkmatig. Dat is gunstig voor de kwaliteit. En deze grond spoelt makkelijk, dat is ook een voordeel.”
Oogstzekerheid
Bij de rassenkeuze is de Nerac al jarenlang hun rots in de branding. “Die doet het goed op deze grond, hij is goed bewaarbaar en, heel belangrijk, het ras blijft loof vormen. Dat geeft oogstzekerheid.” Voor een geslaagde oogst met de eigen trekbandrooier is natuurlijk ook de loofgezondheid belangrijk. Signum is in het fungicidenschema van de peentelers al heel lang een vaste waarde en ook Dagonis SC krijgt er vaak een plek. “Mooie sterke allround middelen”, aldus Marinus. “En behalve voor de loofgezondheid is de Signum voor ons ook hét middel tegen bewaarziekten.”
Tryntsje Sinnema kan dat bevestigen. De onderzoekster van BASF doet al jaren fungicidenproeven in peen op het bedrijf van de firma Hospers en is aangeschoven bij het interview. “Een schema met Signum stelt eigenlijk nooit teleur”, weet Sinnema inmiddels. “Het middel is heel sterk op bewaarziekten. En ook als het gaat om loofschimmels heeft Signum mooie kaarten. Op alternaria komen schema’s met Signum eigenlijk altijd als winnaar uit de bus. En dan heb je het wel over de schimmel die in de praktijk de meeste schade doet aan het loof.” Vader en zoon Hospers mogen tijdens het seizoen graag een rondje meelopen over de proefvelden. “We weten vaak net iets eerder dat een nieuw middel of een bepaald schema goed werkt en dat is waardevol.”
Vaker schoffelen
De onkruidbestrijding vinden vader en zoon Hospers de laatste jaren door het wegvallen van belangrijke herbiciden wel wat lastiger maar ook hier redden ze zich prima. “We zijn vaker gaan schoffelen”, zegt Kees. “We hebben een rugschoffel die we ook in onze gangbare peenteelt veel gebruiken. En de tunnelspuit is een onmisbare machine. Het lukt ons tot nu toe altijd om de peen zonder handwerk schoon te houden.”
Aan het eind van het seizoen kunnen Kees en Marinus meestal een mooie opbrengst van ca. 130 kisten/ha noteren. En in de meeste gevallen lukt de oogst tweede helft oktober zonder de grond te verpesten. “Dan is peen ook een prima voorvrucht voor het pootgoed dat er achteraan komt”, stelt Marinus.
Goede perspectieven
Volgens de vennoten zijn perspectieven voor de peenteelt in Flevoland positief. “In andere landen krimpt de teelt, onder andere door klimaatverandering. Hier in Flevoland kunnen we wel een stootje hebben met onze goede grond en prima watervoorziening. En als het middelenpakket zou krimpen wordt die voorsprong relatief alleen maar groter. Wij gaan in ieder geval door met de teelt. Want de peen doet het hier gewoon goed.”