Mark Huijbregts houdt zijn aardappelen probleemloos rustig met kiemrustverlenger 1,4SIGHT. Hij begint op tijd met de toediening en volgt zijn partijen intensief. “De knollen komen mooi hard uit de schuur en ik heb mooie bakcijfers.”
Als we half december op interview gaan bij Mark Huijbregts zit nog steeds zo’n 20 hectare van zijn aardappelen in de verzadigde zandgrond rond Reusel (N-Br.) “En als we die er nog uit krijgen, gaan ze niet meer de bewaring in”, zegt hij stellig. Ook de voorgaande 60 hectares kwamen niet zonder slag of stoot in de schuur. “Ik heb mijn zelfrijdende rooimachine op tracks gezet. Dat was echt nodig. En de afvoer deden we met een hooglosser met aangedreven wielen”, vertelt de akkerbouwer. In de zomermaanden moet hij juist veel water aanvoeren om z’n aardappels aan de groei te houden. “Zonder beregening lukt dat hier niet. En het wordt steeds lastiger om een vergunning te krijgen voor grondwateronttrekking. Dat wordt echt een uitdaging.”
Schoon land
Huijbregts heeft in Reusel een akkerbouwbedrijf van zo’n 500 hectare waarvan 275 voor de teelt van aardappelen. Een flink deel van dat areaal verkrijgt hij via huur en ruil. “Het meeste land heb ik bij vaste relaties”, vertelt Mark. “Ik kijk altijd goed of mensen netjes zijn op hun land. Dat ben ik zelf ook. Ik streef naar een 1 op 5 teelt en ik probeer maximaal schoon land te gebruiken.” Huijbregts zet op eigen grond groenbemesters in tegen Meloidogyne aaltjes en informeert altijd of er grond- of aaltjesmonsters beschikbaar zijn van huur- en ruilpercelen.
Tweederde van het aardappelareaal van de ondernemer gaat de bewaring in en de laatsten gaan eind april weg. Hij heeft opslagruimte voor 9500 ton losgestort product op buitenluchtkoeling. Na het drogen worden de ventilatoren aangestuurd op basis van CO2-meting die in alle bewaarcellen aanwezig is. Alle percelen die bedoeld zijn voor de bewaring krijgen een behandeling met MH. Toen 4 jaar geleden een einde kwam aan het Chloor-IPC tijdperk begon ook voor Huijbregts de zoektocht naar een vervanger voor de populaire kiemremmer. “De 1,4SIGHT kwam pas een jaar later”, vertelt hij. “Ik heb eerst een jaar iets anders geprobeerd maar dat beviel niet. Te veel bewaarverliezen.” Mede op grond van ervaringen van collega’s en zijn gewasbeschermingsadviseur besloot hij over te schakelen op 1,4SIGHT. “En dat is me goed bevallen”, lacht hij.
Regelmatig inspecteren
Bij de toediening van de 1,4SIGHT volgt de Brabantse akkerbouwer grotendeels de richtlijnen die BASF meegeeft bij de kiemrustverlenger. “Ik begin meestal in december, zodra de laatste aardappelen droog zijn. Maar ik ben ook al wel eens in november gestart met de 1,4SIGHT.” De eerste keer doseert Huijbregts 15 tot 20 ml per ton en daarna komt hij om de vier a vijf weken terug met 10 ml per ton. Het exacte interval laat hij afhangen van de CO2-meting, de kalender en de activiteit van de knollen. “Ik inspecteer de aardappelen minstens 1 keer per week” vervolgt hij. “Omdat ik zelf een vernevelaar heb, kan ik in actie komen zodra dat nodig is. En 1,4SIGHT is een makkelijk toepasbaar product.”
Alles overziend is Huijbregts met drie jaar ervaring goed te spreken over de kiemrustverlenger. “De 1,4SIGHT doet z’n werk gewoon goed. Ik heb veel minder bewaarverliezen en de aardappelen blijven mooi rustig. De knollen komen in prima conditie uit de schuur en ik heb altijd mooie bakcijfers”, besluit hij.