“Zwarte spikkel geeft geheimen langzaam prijs”

Zwarte spikkel in aardappelen is een groeiend probleem, maar de aandacht voor de schimmel blijft achter. Een effectieve oplossing is helaas nog niet beschikbaar maar onderzoeker Agnita Wammes van BASF deelt graag de kennis die zij opdeed uit onderzoek.

“De eerste meldingen over zwarte spikkel kwamen jaren geleden uit de hoek van de tafelaardappelen”, herinnert Agnita Wammes zich. “Toen gold het nog voornamelijk als een schoonheidsprobleem. Maar ondertussen is wel duidelijk dat zwarte spikkel ook serieuze opbrengstschade kan veroorzaken en de vitaliteit van pootgoed kan aantasten.” Wammes doet al vanaf 2016 onderzoek naar de schimmel. In het vervolg van dit artikel deelt zij haar kennis over de ziekte uit eigen en literatuuronderzoek.

Wat is zwarte spikkel en hoe ziet de levenscyclus er uit?
“Zwarte spikkel is een bodemgebonden schimmel die primair de stengels van de aardappelplant infecteert”, vertelt Wammes. “Het is een zwakteparasiet die meestal aan het eind van het seizoen toeslaat als het gewas al op z’n retour is. Sporen van de schimmel spoelen de rug in bij neerslag en infecteren dan de knollen. Zwarte spikkel komt dus uit de grond en niet van de moederknol. Een besmette knol draagt de infectie dus niet direct over op de dochterknollen, dat gaat via de stengel en de bodem. Als een perceel nog vrij is van zwarte spikkel is het daarom extra belangrijk om pootgoed te inspecteren op de ziekte.” Is de grond eenmaal besmet dan is het ook vrijwel onmogelijk om er weer van af te komen, weet de onderzoekster. “Zwarte spikkel heeft zeer veel waardplanten, zowel cultuurgewassen als onkruiden. Ook dat maakt het een gevaarlijke schimmel.”

Welke schade doet zwarte spikkel?
Zoals gezegd werd zwarte spikkel aanvankelijk vooral gezien als een schoonheidsprobleem maar Wammes weet inmiddels beter. “Bij tafelaardappelen ontsiert zwarte spikkel de schil en dat is uiteraard ongewenst. Maar wat veel mensen niet weten is dat de schimmel bij een ernstige aantasting een gewas in een paar dagen volledig te gronde kan richten. In september kan er in een week soms nog wel 5 ton aardappelen bijgroeien, dus dan praat je over serieuze opbrengstschade. In pootgoed is een aantasting meestal minder ingrijpend voor de opbrengst maar bij een ernstige aantasting gaat dit ten koste van de kwaliteit en vitaliteit van de knol.”

Weet de praktijk genoeg over zwarte spikkel?
“Zwarte spikkel wordt in de praktijk vaak verward met zilverschurft, weet Wammes. ”Maar als je aangetaste knollen naast elkaar legt kan je het verschil goed zien. En de ziektes gedragen zich ook verschillend want zilverschurft is een bewaarziekte die overgaat van de moederknol naar de dochterknollen. Bij zwarte spikkel is dat niet zo.” Een aantasting door zwarte spikkel wordt in het veld ook vaak niet herkend, vervolgt de onderzoeker. “Men denkt dan dat het om normale maar versnelde afsterving gaat.”

Wat is er bekend uit onderzoek over de aanpak van de ziekte?
“Het Britse James Hutton instituut heeft veel onderzoek gedaan en vond dat de eerste spikkels meestal na ca. 120 groeidagen zichtbaar worden, vertelt Wammes. “Zij adviseren om eerder te rooien maar daar ben ik het niet mee eens. Het ligt veel genuanceerder, want het zijn vooral de omstandigheden die bepalen wanneer en in welke mate de aardappels aangetast worden. Temperatuur, vocht en vooral het moment van regen zijn hierin heel belangrijk. Als je de omstandigheden tegen hebt, kan dat leiden tot massale inspoeling van aanwezige sporen en dus aantasting van de knollen.” De Britse onderzoekers vonden ook dat een bespuiting voor het sluiten van het gewas effect had. “Maar het fungicide dat ze gebruikten is hier niet toegelaten”, aldus Wammes. Uit haar eigen onderzoek bleek ook dat grond- en knolbehandelingen met toegelaten middelen in het veld niet of nauwelijks effectief zijn.”

Heb je nog ideeën over vervolgonderzoek?
We hebben gezien dat de knolinfecties niet egaal verdeeld zijn over de knol. Ze zitten vaak aan de bovenkant van een knol in de rug, en minder helemaal onderin de rug. En knoldelen buiten de rug hebben vaak minder of geen infecties. Dit bevestigd dat de infectie van boven komt, maar hoe een infectie nou precies werkt is nog niet voldoende duidelijk. Dat zou heel interessant zijn voor vervolgonderzoek. Ook ga ik onderzoeken op welk moment die gewasbespuiting het beste uitpakt en of er nog meer middelen zijn die effect hebben. We zagen afgelopen seizoen in één proef en in een praktijkstrook een mooi effect van ons nieuwe fungicide Belanty. Dat gaan we zeker verder onderzoeken.”

Wat kun je als teler doen?
“Je kunt proberen om het gewas langer vitaal te houden om de schimmel minder kans te geven op de stengel. Maar ja, het gewas moet ook een keer afsterven. Of je kunt het loof juist iets eerder doodspuiten, dat verkleint ook de kansen voor de schimmel. Maar met de huidige loofdodingsmiddelen gaat dat veel te traag.”

Welke boodschap wil je meegeven?
Wij merken aan de hoeveelheid vragen die we krijgen, vooral van handelshuizen en verwerkers, dat het een groeiend probleem is. Maar de aandacht voor zwarte spikkel laat in de praktijk nog te wensen over. Het is belangrijk dat telers maar ook adviseurs en vertegenwoordigers meer weten over de ziekte. Vooral herkennen is belangrijk. Denk niet te snel dat het zilverschurft is op de knol of normale afsterving.”