Henk van der Struik besteedt veel tijd en aandacht aan zijn suikerbietenteelt. Met een gerichte inzet van meststoffen en gewasbeschermingsmiddelen probeert hij het gewas zo lang mogelijk groen te houden. Ook rassenkeuze en zorg voor de bodem dragen bij aan de mooie resultaten die hij boekt. “Het is bijna ICM.”
“Ik ben inmiddels weer fulltime boer”, lacht Henk van der Struik. Tot een jaar of vijf geleden was de ondernemer vooral actief in de makelaardij en de projectontwikkeling. “Maar sinds ik weet dat mijn beide zoons het bedrijf willen overnemen, ben ik in een andere fase beland. En dat geldt ook voor ons bedrijf.” In de periode van zijn makelaarschap kromp het akkerbouwbedrijf van 100 naar 90 ha maar Van der Struik wil nu weer uitbreiden. Ook investeert hij om het bedrijf klaar te maken voor zijn opvolgers. Zo heeft hij net een nieuwe veldspuit gekocht en er staat nog meer op het programma. “Er komt een spoelplaats met een Phytobac en een nieuwe schuur voor de opslag en verwerking van de uien en voor machinestalling.” Van der Struik heeft een bouwplan met 25 hectare zetmeelaardappelen, 25 ha suikerbieten en het derde blok van 25 ha wordt ingevuld met zaaiuien en bonen. Op de resterende 15 hectare levert van der Struik met akkerranden een bijdrage aan de natuur.
Gezonde bodem
Ook voor een Veenkoloniaal bouwplan is het aandeel suikerbieten aan de hoge kant, realiseert Van der Struik zich. “Maar juist daarom besteed ik veel aandacht aan de bodemgezondheid. Ik gebruik veel dierlijke mest en als er ruimte is vul ik aan met compost. En ik zaai maximaal groenbemesters.” De suikerbietenteelt levert een belangrijke bijdrage aan het inkomen uit zijn akkerbouwbedrijf, vertelt de Veenkoloniale boer. “De bietenprijs gaat alweer een paar jaar de goede kant op en met een gemiddelde opbrengst van 98 ton met 17% suiker haal ik hele nette saldo’s.” Voor 2023 kwam Van der Struik uit op 108 ton met 16% suiker. Om die bovengemiddelde resultaten te bereiken maakt Van der Struik hele bewuste keuzes in de teelt. Hij kiest een ras dat niet alleen goed scoort op financiële opbrengst maar kijkt ook naar cercospora gevoeligheid en grondbedekking. Met schoffelen en aanaarden weet hij het aantal herbicidebespuitingen, en daarmee het aantal keren gewasremming, te beperken tot vier. Ook past Van der Struik een bladmeststof en een biostimulant toe. Dat doet hij in samenspraak met zijn Agrifirm adviseur Weal Cuperus die ook bij het interview is aangeschoven. “Henk probeert op heel veel manieren om het gewas zo lang mogelijk gezond te houden. Je kunt het gerust ICM (integrated crop management, red.) noemen”, stelt Cuperus. “En ondanks het relatief hoge aandeel suikerbieten valt de ziektedruk bij hem vaak mee.”
Aanpak bladschimmels
En daarmee komt het gesprek op de aanpak van de bladschimmels. Omdat hij 1 op 3 teelt loopt Van der Struik wat meer risico op cercospora omdat die schimmel langer dan drie jaar in de grond overleeft. “Ik hou daarom het weer en de BAS-app altijd nauwlettend in de gaten en ik begin vaak al met bladziektebespuitingen voordat er waarschuwingen zijn”, vertelt de akkerbouwer. Zowel Cuperus als Van der Struik zijn blij met de komst van het nieuwe fungicide Belanty dat effectief is op alle bladschimmels in bieten. “Belanty bevat een nieuwe actieve stof en dat maakt het een goede afwisselpartner in het spuitschema”, legt Cuperus uit. “Het is wel belangrijk dat je de Belanty altijd samen met een geschikt partnermiddel spuit om resistentieontwikkeling te voorkomen.” Van der Struik is vooral blij met de goede werking van zijn spuitschema met twee keer Belanty. “Op een paar kleine plekjes na bleven de bieten gezond tot het eind. De Belanty heeft zich een degelijk en betrouwbaar middel getoond.”